Thailand, 5-7 september 2014

Vrijdag zijn we om 6.30 opgehaald met een minibusje. Na ongeveer drie uur rijden kwamen we aan bij een restaurantje waar wij opgehaald werden door een gids. Deze bracht ons naar het River Camp. Dit was een camping met tenten aan de oever van de River Kwai. Toen we daar aankwamen kregen we eerst een lunch aangeboden. Daarna werden we naar onze tent gebracht. Niet zomaar een tent! Deze tent was werkelijk van alle luxe voorzien. De tent zelf stond op palen met een prachtige veranda ervoor. In de tent was stroom en zelfs een airco. Achter de tent was nog een douche en toilet. Helemaal niet primitief zoals we gedacht hadden. We hebben onze spullen in de tent gezet en zijn over het terrein gaan wandelen. Er waren niet veel gasten, het was dus erg rustig. Het uitzicht was adembenemend. Een natuurpool die bij het complex hoorde maakte het compleet.
Als je de berg afliep over netjes aangelegde trapjes, kwam je uit bij de River Kwai. Daar waren mooie bamboo vlotten waar je heerlijk op kon zonnen of gewoon van het uitzicht genieten.'s avonds was er een heerlijk diner.
We hadden met de gids afgesproken de volgende ochtend naar de Hellfire Pass te gaan. Vandaag even niets meer, lekker genieten van de rust en de schoonheid van de omgeving.
Dag twee van deze trip zijn we na het ontbijt naar de Hellfire Pass geweest. Hier hebben in de 2e wereld oorlog veel krijgsgevangenen gewerkt aan de Birma spoorlijn. Onze gids vertelde er veel over, en ik kan niet anders zeggen dan dat het erg indrukwekkend was. Je moet er geweest zijn om het te kunnen begrijpen. Hierna zijn we nog naar het Hellfire memorial museum geweest. Ook dit was erg indrukwekkend.
Nadat we terug kwamen op de camping hebben we de spulletjes ingepakt en werden we met de longtail boot naar de volgende locatie gebracht: de Jungle Rafts.
Dit waren bamboo vlotten op de River Kwai. Werkelijk prachtig, zoals dit opgebouwd was. Romantisch en zeker ook weer een unieke lokcatie. Hier was het echter wel even behelpen. Geen stroom, dus ook geen licht.
We hadden wel een toilet en een wastafel. Er was ook een soort van douche, maar alleen met koud water. Ook hier hadden we eerst een lunch. Na de lunch zijn we naar het nabij gelegen dorpje gelopen. Hier woonden mensen uit Birma, die overigens allemaal op de rafts werkten. Een stuk minder vriendelijk dan de Thaise mensen, maar dat maakte het niet minder leuk.
Toen het donker werd, werden er overal olielampjes aangestoken wat zorgde voor een unieke sfeer.
's Avonds was er een diner en aansluitend de plaatselijke dans. Daarna lekker slapen. Vanochtend op ons gemak het koffertje weer ingepakt en met de longtail boot naar Nam Tok gevaren. Dit is het laatste station van de Birma Spoorlijn. Hier zijn we op de trein gestapt en ongeveer 45 minuten gereist over de legendarische spoorlijn die zoveel mensen het leven heeft gekost. Hierna met de minibus terug naar Bangkok. Dit duurde ook nog bijna vier uur. Terug in ons eerste hotel hebben we ons even opgefrist en daarna zijn we lekker gaan eten. Nog een paar uur rondgesjouwd op de PatPong nachtmarkt.
Al met al een paar drukke maar unieke dagen, waar we allebei met een glimlach aan terug denken.